- geheim
- geheim1{{/term}}〈het〉1 [het verborgen zijn] secrecy2 [zaak die geheim is] secret3 [mysterie] mystery♦voorbeelden:1 de operatie was in het diepste geheim voorbereid • the operation had been prepared in all secrecyin het geheim • secretly2 〈figuurlijk〉 het geheim van de smid • the tricks of the tradeeen groot geheim • a big secreteen publiek geheim • an open secreteen geheim afluisteren/toevertrouwen/bewaren • overhear/confide/keep a secretgeen geheimen hebben voor iemand • hold no secrets for someoneergens geen geheim van maken • make no secret of somethingeen geheim verklappen • let the cat out of the bag3 de geheimen van de natuur • the mysteries of nature¶ hij verstond het geheim om met dieren om te gaan • he had a way with animals————————geheim2{{/term}}I 〈bijvoeglijk naamwoord〉1 [verborgen gehouden] secret ⇒ hidden, concealed2 [in het verborgene plaatshebbend] secret ⇒ clandestine3 [niet voor openbaring bestemd] secret ⇒ classified, confidential, private4 [aan slechts weinigen bekend] secret5 [in het verborgene werkzaam] secret ⇒ hidden, undercover6 [moeilijk te begrijpen] secret ⇒ mysterious♦voorbeelden:1 dat moet geheim blijven • this must remain private/a secret2 een geheime bijeenkomst • a secret meetinggeheime stemming • secret vote, voting by secret ballot3 uiterst geheime documenten • top-secret documents4 een geheim telefoonnummer • an ex-directory telephone number5 de geheime politie/dienst • secret police/serviceII 〈bijwoord〉1 [op geheime wijze] secretly ⇒ privately, mysteriously♦voorbeelden:1 alles ging geheim in zijn werk • everything was done in secret/in private
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.